dinsdag 14 februari 2023

Valt Koning Voetbal nog te redden?

Voetbal Vlaanderen maakt deze week bekend dat ze komaf wil maken met de zwarte lonen en de exuberante spelersvergoedingen in het amateurvoetbal. Een correcte beslissing, maar het blijft een druppel op een hete plaat. Wie elke week langs een provinciaal voetbalveld staat, ziet duidelijk waar de echte uitdagingen liggen. Voetbal Vlaanderen moet de krachten bundelen met de clubs en de lokale besturen om de maatschappelijke rol van het amateurvoetbal te verzekeren.

Net geen jaar geleden zette ik op vraag van enkele vrienden de stap van voetbalvader naar de bestuurskamer van het mooie Zutendaal VV. De voorbije maanden rolde ik van de ene verbazing in de andere. Het sprookje van Koning Voetbal heeft veel weg van de ‘Kleren van de keizer’, pracht en praal naar buiten, maar eigenlijk staat de koning in zijn onderbroek.

Voor iemand die al jaren meedraait in het verenigingsleven was de eerste vaststelling de meest verrassende. In het amateurvoetbal (what’s in a name?) worden jongens en meisjes betaald om hun hobby uit te oefenen. Soms kleine vergoedingen, maar soms ook bedragen die in de buurt komen van een voltijds maandloon. Spelers en trainers marchanderen tussen ploegen en reeksen. De wekelijkse rangschikkingen in de media bepalen de prijs. De personeelskost hangt als een zwaard van Damocles boven de clubs. Steeds vaker kiest het bestuur om de handdoek in de ring te gooien, kijk recent maar naar Heis Sport, Herderen-Millen of Hogerop Molenbeersel.

De tweede vaststelling is die van de dubbele vergrijzing in het amateurvoetbal, zowel materieel als personeel. Veel clubs moeten zich vandaag beredderen met zwaar verouderde infrastructuur.  De moderne normen op vlak van comfort, duurzaamheid en hygiëne zijn vaak ver te zoeken. De reserves om te investeren zijn er niet meer, door corona, de gestegen energiefactuur of de slinkende sponsorbudgetten. Gemeentebesturen zijn terughoudend met financiële middelen, zowel door de grote hoeveelheid clubs (meer dan 3.700 in Vlaanderen) als door de forse investeringen die nodig zijn (kantines, kleedkamers, kunstgrasvelden). 

Tegelijk met de infrastructuur veroudert ook de vrijwilliger die er aan de slag gaat. Je ziet ze op elke club: de grijze haren van de tappers, greenkeepers, afgevaardigden en bestuursleden. Vrijwilligerswerk is niet dood, maar staat vandaag wel op de rode lijst ‘met uitsterven bedreigd’. Nieuwe mensen motiveren is steeds moeilijker, het aanbod van vrijwilligers is beperkt en de vraag vanuit de verenigingen wordt steeds groter.

De oplossingen liggen niet voor de hand. Nand De Klerck van Voetbal Vlaanderen vergeleek amateurclubs deze week op de radio met een middelgroot bedrijf. Dat is waar voor de omzet, maar niet voor het businessmodel. De uitgaven zijn er wel, maar niet de commerciële inkomsten om de rekeningen te betalen. Clubs blijven afhankelijk van onzekere factoren zoals sponsoring, lidgeld en de recette van de kantine.

De maatschappelijke rol van het amateurvoetbal is nochtans cruciaal. Als kleine, Zutendaalse club geven we drie keer per week een zinvolle, opvoedkundige én gezonde tijdsbesteding aan meer dan 130 meisjes en jongens uit de buurt. Met de gemeenteraadsverkiezingen en een mogelijke fusiegolf voor de deur moet Voetbal Vlaanderen samen met alle amateurclubs een vuist maken naar de lokale besturen. Zonder structurele maatregelen, financiële ondersteuning én investeringen in infrastructuur ziet de toekomst van het Vlaamse amateurvoetbal er somber uit.

Wim Lenaers – trotse voorzitter Koninklijke Zutendaler Voetbal Vereniging



donderdag 29 januari 2015

Afscheid van een #held - Jos Lenaers 1922-2014


Jozef Lenaers. Ik lees de naam op zijn paspoort en staar naar de letters. Ik was bijna vergeten hoe hij echt heette. Als kind al verwonderde ik mij over de vele namen die mijn grootvader droeg. Sta mij toe om samen met u te graven in mijn herinneringen.

‘Jos’ was hij voor bomma, terwijl hij haar nochtans consequent ‘ma’ of ‘mètske’ noemde. Twee handen op één buik. Twee mensen die onvoorwaardelijk van elkaar hielden. Twee mensen die meer van de wereld hebben gezien dan wij ooit kunnen meemaken. Oorlog en vrede, vreugde en verdriet, lief en leed. Nooit week hij van bomma haar zij. Onafscheidelijk. Een rots van ouderwetse liefde in deze moderne tijden. Ik denk nog vaak aan zijn heroïsche verhalen over hoe hij met de fiets kwam ‘vrijen’ in Zutendaal. ’S nachts reed hij terug van de Sprinkele naar Tongeren.

Vic en Lambert zeiden altijd ‘pa’. Hij was hun vader, hun mannelijk baken in het huis vol met vrouwen in de Sprinkele. Hun namen gonsden nog vaak na in zijn verhalen:  moeder, ma, tant Katrien, tant Greta, tant Lèn, tante nonneke. Maar hij stond zijn mannetje. Hij leerde zijn zonen hun gezond verstand te gebruiken en te relativeren, afstand nemen om de dingen beter te zien. Hij leerde hen onbezorgdheid en van het leven te genieten: vakantie op tijd en stond. Lekker eten. Een goed glas wijn of een dikke pint. Ik hoor het hem nog zeggen: “Bij mosselen hoort een goei pint bier.”
‘Bompa’ was hij voor Aline en Lennart, zijn twee kleinkinderen uit Leuven. Honderden keren pendelde hij met bomma heen en weer: verjaardagen, communies, nieuwjaar, alle redenen waren goed. Op het einde werd Leuven een eind, maar uit het oog betekende niet uit het hart. Zijn twee bengels weken nooit van de schouw. Op de valreep mocht hij zijn derde achterkleinkind Jeanne-Louise nog leren kennen. Voor nummer vier, in de buik van Sophie, moest hij net te snel vertrekken. Maar geen paniek, we zullen hen later veel over jou vertellen.

Voor al de rest was er 'nonk Jos'. Familie of vrienden, ver of dichtbij, iedereen was welkom bij nonk Jos en tant Tilke. Als ik hier vandaag veel mensen ken, heb ik dat vooral te danken aan mijn dagelijkse bezoeken op Sprinkele 77. Altijd was er volk in huis, of ze nu uit Tongeren kwamen, uit Zaventem of uit Gent. Altijd werd er geaperitieft, in de tuin gezeten, gedronken, gegeten, gefeest en gelachen. Blijven logeren? Geen probleem, bedden genoeg. Een open huis zoals ik ze nog maar zelden tegenkwam. Iedereen was welkom, iedereen was familie, een bord was snel bijgeschoven. Het tegeltje aan de muur vat het goed samen: ‘Wie als vriend hier binnengaat, komt nooit te vroeg maar steeds te laat.”

Tot slot. Voor mij, voor Petra en voor zijn oogappels Hannelore en Pieterjan was hij altijd parrain. Op vakantie in Frankrijk hoorde ik de kinderen hun peter parrain noemen. Terug thuis in Zutendaal is bompa parrain geworden. En hij is het altijd gebleven. Hij was ook een echte parrain. Bezorgd als het kon, streng als het moest, maar steeds een vat vol wijsheid. Belezen en intelligent. Ik heb zoveel van hem geleerd. We hebben zoveel van hem gekregen. Niets was hem teveel. ‘Wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft.’ Mijn levensmotto heb ik aan hem te danken.

Weet je nog, vroeg iemand me, wat zijn laatste woorden waren? Ik weet het nog heel goed en zal ze nooit meer vergeten.
Ik zei tegen hem: “Bedankt voor alles, parrain.” Hij prevelde maar één woord terug: “Bedankt”.

Bedankt Jos, pa, bompa, nonk Jos. Bedankt parrain. Bedankt voor alles. We zullen je nooit vergeten. Jij was mijn held.


Je kleinzoon Wim

zaterdag 12 juli 2014

450 dagen #thinkpositive, tijd voor #actpositive

Exact 450 dagen geleden gooide ik het roer om. Het waren jullie, mijn vrienden en vriendinnen (offline/online) die aan de alarmbel trokken: ‘Wim, je bent zo zuur geworden’, ‘Stop toch eens met zeuren op je facebook.’ Het kon zo inderdaad niet verder.

De oplossing zat in een klein hoekje, #thinkpositive was geboren. En zoals alle goede oplossingen, was het doodeenvoudig. Think before you tweet, maar dan met een positieve noot. ‘Zou ik dat wel zeggen? Kan ik die donkere wolk een zilveren randje geven?’ Vijf seconden positieve reflectie om elk verhaal vrolijk te maken.


De reacties waren lovend: iedereen aan de #thinkpositive. Ik kijk vandaag tevreden terug op anderhalf jaar van kleine en grote successen: veel #thinkpositive over de trein, met zelfs een column in Het Belang van Limburg, UNIZO Limburg met #thinkpositive als slogan voor ondernemers en een truitje van Mathieu Gijbels in de brievenbus om positief te supporteren voor onze Rode Duivels.

Een mooi parcours, maar toch knaagde er iets. Het gezonde verstand botste op de fysieke beperkingen van het lichaam. De woorden van Juvenalis flitsten door mijn hoofd: ‘orandum est ut sit mens sana in corpore sano’. ‘Laat ons bidden voor een gezonde geest in een gezond lichaam.’

Maar bidden bleek niet te helpen. ;-)

De weegschaal herinnert me elke morgen aan de honderd kilo die ik doorheen de dag moet slepen. Niet bepaald motiverend. Dus zet ik er het mes in. Letterlijk, dat zou te makkelijk zijn. Tijd voor een nieuwe slogan, tijd voor #actpositive.

De target is eenvoudig: 80 kilo is een prachtig gewicht voor ondergetekende. Op mijn 18e waren het er 69, dus zeker haalbaar.

De middelen om het doel te bereiken kennen we allemaal: afrekenen met de grote boosdoeners, te weinig bewegen, te veel fout voedsel en te veel alcohol.

De challenge:

  • vanaf vandaag in rechte lijn naar de tachtig kilo;
  • met een dagelijkse portie beweging;
  • geen fastfood;
  • en geen alcohol meer.

Ik reken op jullie als mijn waakhonden en beschermengelen: ‘Leid ons niet bekoring en behoed ons van het kwade.’ :-)

Doen jullie mee? #actpositive #thinkpositive

Wim

zaterdag 15 maart 2014

#thinkpositive in de trein

Donderdag was het weer zover. Bovenleiding geknapt, stilstaande trein, duizenden Limburgers te laat thuis. Voor de krantencommentaren van vrijdag had je geen glazen bol nodig. Maar niet iedereen is het daarmee eens.

Ik schrijf deze opinie over de trein, op de trein. Omdat het zo hoort, omdat je meningen best deelt vanuit je eigen kennis. Niet iedereen kan alles weten. De hardste roepers over de NMBS zijn de occasionele treinreizigers: uitgebluste ambtenaren op vorming naar Brussel, verveelde oma’s met kleinkinderen onderweg naar de zee of vermoeide vakantiegangers met zware koffers.

Hoog tijd om ook een andere klok te luiden. Echte pendelaars klagen niet. Zij kiezen bewust voor de trein. Zij nemen de bluts met de buil. Vaak zijn het routinebeesten. ’s Ochtends dezelfde plek op het perron, goedkeurend knikje naar de collega’s van elke dag bij het instappen. Ieder met zijn vaste wagon, vaste plekje en vaste programma: krant lezen, mails checken, Game of Thrones, boterhammetje eten of nog een snel een uurtje aan de nachtrust breien. Na drie jaar pendelen ken je ze allemaal. En hun stille gewoontes.

Niet zo voor de occasionele reiziger. Zenuwachtig schuifelend staat hij op het perron, speurend naar een metgezel om zijn ochtendlijke odyssee door te komen. Hopelijk ken ik hem niet. Eens in de trein is het volume troef: voorlezen uit de krant, nog snel de kinderen bellen of uitpakken met de wilde verhalen van het weekend. Spoor-etiquette is ver zoek.

En deze reizigers roepen daags na een panne in de krant dat ze ‘het gehad hebben met de trein’ en dat ze ‘morgen wel met de auto naar Brussel gaan’.

Maar vandaag dus even niet. Vandaag zou ik namens de Limburgse pendelaars dankjewel willen zeggen aan de NMBS. Papa elke dag op tijd thuis voor het avondeten (och ja die tien minuten vertraging): dankjewel NMBS! Vrouw en kinderen steeds met een gerust hart, want een auto-ongeval is snel gebeurd: dankjewel NMBS! Al een uur gewerkt voor je nog maar voet op kantoor binnen zet, glimlachende treinbegeleiders, grapjes over de intercom, propere treinen, leuke initiatieven zoals #nmbsocial, het snelste en beste Twitter-team van het land,… Als het goed is, zeggen we het ook: dankjewel NMBS!

Is er dan geen werk meer aan de winkel? Natuurlijk wel, maar ook hier heb ik een goed oog op. Onze Limburgse beleidsmakers zijn niet vies van de trein. Ik zie ze elke week passeren: Johan Sauwens, Lode Vereeck, Steven Vandeput, Annick Ponthier. Zij zijn de politieke lotgenoten en dus bondgenoten van de pendelaar. Zij zijn als geen ander geplaatst om de belangen van de Limburgse treinreizigers te verdedigen, los van de verkiezingsuitslag op 25 mei. We rekenen op hen.

Conclusie: de trein is altijd een beetje werken. Voor de NMBS, voor onze politici, maar ook voor de reiziger. Tijd voor meer #thinkpositive in de trein! Doe je mee?


Wim pendelt al meer dan drie jaar tussen Zutendaal, Bilzen en Brussel en twittert fanatiek over de #nmbs en #thinkpositive. Volg hem op @wimlenaers.

maandag 27 mei 2013

Op zoek naar de #WimWim

Te vaak met een idee zitten woelen. 's Nachts wakker worden met een oorwurm. De lever was niet groot genoeg om alles erop te leggen. Ondanks een facebookpost of een tweet toch op je honger blijven zitten. Wat zijn tenslotte nog honderdveertig tekens?

Maar vooral: verba volant, scripta manent. Wie schrijft die blijft. #thinkpositive & #actpositive.

Vanaf vandaag opnieuw een nuchtere kijk op onze samenleving. Steeds kritisch, steeds ongenuanceerd, steeds positief. We gaan op zoek naar de #WimWim. Daar wordt iedereen sterker van.

@yourservice
Wim